Na de geboorte van mijn oudste dochter, in 2015, leefde ik maandenlang op een roze wolk. Ik kon alleen maar verliefd naar haar kijken.
Totdat ik, opeens, beangstigende gedachten kreeg. Bijvoorbeeld: wat als ze zou verdrinken in bad? En erger nog: als ík dat zou doen? Of haar zou laten vallen?
Ik schrok enorm. De gedachten gingen lijnrecht tegen mijn liefde en beschermingsdrang in, maar toch kon ik ze niet stoppen. Ze drongen zich op.
Sterker nog: hoe meer ik ze probeerde te stoppen, hoe vaker ze kwamen. Probeer maar eens -niet- aan een roze olifant te denken: juist.
Binnen de kortste keren ging ik aan mijzelf twijfelen. Was ik wel te vertrouwen? Was ik een gevaar voor mijn eigen kind?
Achteraf bleek ik niet de enige te zijn die hiermee worstelde. Het merendeel van alle kersverse moeders – en sommige vaders – hebben last van zogenaamde ‘intrusive thoughts’.
Deze ontstaan onder invloed van hormonen, de enorme druk van verantwoordelijkheid, de kwetsbaarheid van jou en je broedsel, en de evolutionaire programmering om alert te zijn op gevaar. Een perfecte groeibodem dus voor losgeslagen gedachten.
Want uiteindelijk zijn het slechts dat: gedachten. Niets meer en niets minder.
In mijn geval heeft het best lang geduurd om hier volledig van los te komen. Zo moest ik eerst leren dat de gedachten normaal waren en niets over mij zeiden. Daarna moest ik leren accepteren dat ik die gedachten niet kon controleren.
Wat ik wél kon doen, was leren er mee te zitten, ze gewoon te laten komen en gaan. En tegelijkertijd contact te maken met mijn lijf, als een #anker in deze storm van gedachten.
Door yoga te gaan doen, te wandelen en te mediteren werden de gedachten stukken minder.
Toch heb ik een tijd een tweede zwangerschap uitgesteld; want wat als ze terugkwamen?
Uiteindelijk bleek precies die zwangerschap júist enorm helend te zijn. Niet om de angst heen, maar door de angst heen. De angst niet vermijden, maar hem aangaan en dragen.
Wat dit alles mij gebracht heeft is dat ik sindsdien een diep vertrouwen heb ontwikkeld in mijzelf, mijn lijf, mijn eigen kunnen en weten.
En die gedachten? Die zijn nooit meer teruggekeerd.
Fleur