De vroege mens ontdekte hoe je vuur kon maken en bijlen van steen en metaal. Zijn nakomelingen ontwikkelden de drukpers, de microscoop, de verbrandingsmotor en de computerchip. En nog veel meer, want de mens is een technologisch wezen dat steeds complexer gereedschap maakt waarmee hij de wereld verandert. Deels om vorm te geven aan zijn verbeeldingskracht en levenslust, deels als verlengstuk van zijn impulsen en emoties.

Deze onstuitbare drang om de buitenwereld te vormen naar de binnenwereld zien we ook in relaties. Aan de ene kant stemmen we vanuit onze natuurlijke compassie en empathie af op elkaars behoeften en verwachtingen. Wanneer we dit eerlijk doen en met respect voor elkaars belangen en limitaties, ontstaat een ontspannen sfeer van vertrouwen, van bereidheid om te werken aan betere relaties. 

Maar aan de andere kant controleren we de ander ook. We zijn niet volledig open over onze agenda, zeggen A terwijl we B bedoelen, proberen met verbaal vernuft ons gelijk te halen of drukken onze wil er doorheen. Of we dekken alle risico’s af, vermijden keuzes als de uitkomst onzeker is of dwingen garanties af. Ook houden we krampachtig vast aan onze doelen, status, wereldbeeld, of mening, en grijpen we soms naar harde middelen om die te beschermen tegen andersdenkenden.

Er ontstaat dus al snel een machtsstrijd, waarin de één zijn zin krijgt ten koste van de ander. Partners worden tegenstanders en tussen hen ontstaat afstand, spanning, frustratie en wantrouwen. Uiteindelijk blijft er een winnaar of verliezer over, is de relatie beschadigd, en wordt er een rekening opgemaakt die later wordt vereffend. Met rente.

Daarnaast gaat controle ten koste van andere zaken. Namelijk: de innerlijke vrijheid om los van de gekte van de wereld en de onstuimigheid van ons gevoel een eigen koers te varen. De ruimte om los van projectie en imago uiting te geven aan wat er is. De mogelijkheid om samen tot een oplossing te komen die de individuele (op)posities overstijgt. En de mogelijkheid om iets van een hogere orde te ontdekken in jezelf en je relatie.

Natuurlijk, de intentie van controle is positief, namelijk om pijn te vermijden en de angst voor pijn te dempen. Maar de veiligheid die die geeft is een illusie. We krijgen allemaal te maken met hartverscheurend verlies, het lijden van dierbaren, diepe teleurstellingen, ziektes, ongelukken en onrechtvaardigheden. Plus we dragen allemaal de pijnlijke ervaringen uit onze jeugd mee in onze volwassenheid.

Maar pijn is niet alleen onvermijdelijk, het is juist ook een uitermate goede leermeester. Tenminste, als we de moed hebben om onze pijn en angst te onderzoeken. De bron ervan, de aard ervan, onze reactie erop en hoe dat vorm geeft aan ons leven. Niet met het doel om de pijn en angst op te lossen, maar om ze te leren dragen, om ons ertoe te verhouden met nieuwsgierigheid, vertrouwen, zachtheid, speelsheid en nederigheid.

Wanneer we dit doen, verruilen we beetje bij beetje controle voor overgave. Overgave aan de inherente onzekerheid van het leven, van het proces en de uitkomst van het proces. En overgave aan alles wat er is in het moment, of dat nu prettig of onprettig is. Om na deze sprong in het diepe iets te ontdekken dat groter en dieper is, dat ons transformeert, dat ons in harmonie leert betere relaties te ontwikkelen met onszelf, anderen en de wereld.