We staan allemaal onder druk.

Op werk. In onze relaties. In onszelf. Door wat anderen van ons verwachten en wat we zelf vinden dat we moeten. Om iets te doen of te laten. Om vooral niet zus te zijn en juist meer zo. 

Die druk is veelal ongezond. Hij houdt ons weg van wat belangrijk is en put ons uit. Met het risico dat we in een burn-out raken of – nog erger – nét niet in een burn-out raken, en steeds maar doorgaan; afgepeigerd en onvervuld.

Natuurlijk: we hebben verantwoordelijkheden die horen bij het leven. En ook hebben we niet altijd te kiezen welke moeilijkheden het leven ons brengt. Maar dat neemt niet weg dat niet de druk van moeten, maar juist het vrije verlangen centraal zou mogen staan.

Verlangen

Verlangen – of levenslust, ergens zin in hebben, behoeften, wensen, noem ze hoe je wilt – wakkeren het innerlijk vuur in ons aan. Ze geven richting en energie, betekenis en vreugde, vastbeslotenheid en moed.

En er is veel om naar te verlangen: vrijheid, innerlijke rust, verbinding, intimiteit, erkenning, wijsheid, groei. Of het verlangen om goed te doen, iets van waarde te creëren of de wereld te verbeteren.

Verlangen kan groot of klein zijn, hoe dan ook: het is een van onze taken als mens om onze verlangens in de wereld te brengen. Om ze op te merken en te koesteren, om de juiste condities te creëren in onszelf en in de buitenwereld en om de juiste acties te ondernemen op het juiste moment.

Druk

Dat lukt niet altijd. Soms willen we iets waar de tijd niet rijp voor is of iets dat simpelweg niet voorradig is. Dan blokkeert onze wil en voelen we ons gefrustreerd. En soms verliezen we contact met ons verlangen omdat we bezwijken onder druk.

Dit kan bijvoorbeeld wanneer we zaken tolereren die ons energie kosten. Dingen die mensen doen, of juist niet doen, of een situatie waar we last van hebben. Wat dat is, verschilt voor elk van ons, maar voorbeelden zijn kritiek, arrogantie, slordigheid, discriminatie, en kwetsende woorden.

In plaats van dat we deze zaken aanpakken, ze doen stoppen, laten we ze voortbestaan. Bijvoorbeeld omdat we denken geen recht te hebben de ander aan te spreken, omdat we bang zijn voor de consequenties of omdat we geloven dat het toch geen zin heeft.

Een tweede manier waarop we onder druk worden gezet is wanneer we de last van een ander dragen. Tijdelijk is dat prima – iemand is ziek en we nemen even de taken over – maar niet als het te lang duurt en de verantwoordelijk voor de last eigenlijk bij de ander hoort te liggen.

Soms gaat dat over taken, bijvoorbeeld in huis of op kantoor. Maar vaker gaat dat over de verwachtingen van anderen die we waar moeten maken of de behoeftes van anderen die we moeten vervullen, ten koste van onszelf.

De derde manier waarop we onder druk komen te staan, is wanneer we belangrijke delen van onszelf verbergen. Een mening, een kwaliteit, een verlangen, gevoelens, een aspect van onze identiteit, onze seksuele voorkeur.

Niet omdat we hier vitaal van worden – integendeel – maar omdat (we denken dat) anderen er last van hebben. Die verwerpen die delen, negeren ze, of proberen ze met fysiek en verbaal geweld te onderdrukken. Geen wonder dat we die delen dan beschermen door ze terug te trekken, ook al komen we dan niet tot bloei.

Leeglopen

Toleranties kosten ons energie. Het dragen van de last van anderen ook. Net als het steeds maar wegstoppen van datgene dat ons maakt tot wie we zijn. Langzaam lopen we leeg, bezwijken we onder de druk en zijn we niet meer in staat om onze verlangens te voelen en te voeden.

Niet omdat het in onze aard zit, maar omdat het aangeleerd is. Door opvoeding en scholing, soms door onze cultuur. Die lessen zitten diep verweven in ons zelfbeeld en onze kijk op de wereld.

Gelukkig is hier wel wat aan te doen. Het is mogelijk om innerlijk werk te verrichten om zo schoon schip te maken. Dan laten we los wat oorspronkelijk niet van ons is, wat niet meer dient, en vervangen we dat met iets dat eigen is, er diep van binnen altijd al was en ons wél voedt.

Zo maken we ruimte voor onze verlangens, voor onze goedheid, en brengen het in de wereld. En daar worden we allemaal een beetje beter van.