Openen en sluiten is een van de basisritmes in de natuur. Bloemen openen zich voor het licht en sluiten zich in het duister. Zeeanemonen openen zich om eten te vangen, maar sluiten zich bij gevaar. En wij mensen kunnen ons emotioneel openstellen of afsluiten, voor anderen en onszelf.

Als we ons emotioneel openen, kunnen we liefde geven en ontvangen, en kan gevoel vrijelijk stromen tussen mensen. Dat geeft vreugde en maakt relaties veerkrachtig. En als we in contact staan met onze binnenwereld, kunnen we varen op ons innerlijke kompas en worden we gevoed door onze verlangens.

Altijd openstaan kan vermoeiend zijn; het is soms goed om ons af te sluiten. Bijvoorbeeld omdat de wereld hectisch is of we overweldigd zijn door b.v. een ruzie. Als we ons dan afsluiten, geven we onszelf de ruimte om te herstellen en te reflecteren. Heel gezond.

Voor sommigen van ons is het moeilijk om ons hart te openen, b.v. als we vroeger gekwetst zijn of we overweldigd worden door onze binnenwereld. Als we té gesloten zijn, kunnen partners uit elkaar drijven en voelt ons leven leeg.

Anderen vinden het juist moeilijk om zich af te sluiten; hebben van alles te regelen of willen anderen pleasen. Dan zijn we steeds met onze aandacht buiten onszelf en komen niet tot rust. Op termijn raken we onszelf zo kwijt en ligt een burn-out op de loer.

Er is geen goed of fout hier. We hebben allemaal onze eigen patronen van openen en sluiten, deels geleerd in onze jeugd en deels ook passend bij ons karakter of een levensfase.

Onderzoek dit eens bij jezelf de komende tijd. Wanneer en bij wie sluit ik mij emotioneel af? En bij wie open ik mijzelf juist? Kan ik makkelijk herstellen of blijf ik juist lang vast zitten in het ene of het andere? En waarom?